De aanvoerders van de demonstraties in Al Hoceima en Imzouren zijn praktisch allemaal gearresteerd, rond de honderd personen. Maar ook gisteravond na het einde van alweer een dag vasten tijdens deze Ramadan-maand gingen opnieuw honderden mensen de straat op. Zij houden vast aan hun eisen dat de Rif ontwikkeld moet worden, de infrastructuur dient verbeterd, de corruptie uitgeroeid en er moeten meer en betere onderwijsmogelijkheden in de regio komen.
Vooral het laatste is een essentieel punt. Heel veel jongeren, en dus ook de demonstranten in de straten van Al Hoceima, worden als ‘ni-ni’s’ aangeduid in de Franstalige pers in Marokko: ni formation, ni travail, mensen die geen scholing hebben genoten en geen werk hebben. Zij beseffen maar al te goed dat ze geen toekomstkansen hebben en dus ook niks te verliezen. De situatie in Al Hoceima en Imzouren is nog steeds uiterst gespannen. En nergens worden autoriteiten nerveuzer van dan van vreedzame, vastberaden massale demonstraties, waarin duidelijke eisen worden verwoord. Iedereen weet ook dat de autoriteiten niet stante pede de eisen van de demonstranten kunnen inwilligen. Alles wat de autoriteiten toezeggen zal honend worden weggelachen, omdat ze niet geloofd worden, en omdat het too little, too late zal zijn.
In het vorige maand verschenen rapport van de Wereldbank, ‘Morocco 2040 Emerging by Investing in Intangible Capital’, wordt Marokko gevoelig op de vingers getikt. Er zijn al heel wat grote en grootse projecten op stapel gezet of uitgevoerd, denk aan de TGV van Tanger naar Casablanca, of aan het kolossale zonne-energieproject in de zuidelijke woestijn, maar nu is het hoog tijd om te investeren in mensen en in onderwijs, stelt het rapport. Daarin zijn enorme achterstanden weg te werken, die al dateren uit de regeerperiode van koning Hassan II. Hij hield de bevolking welbewust arm en dom. In die zin krijgt de Marokkaanse regering nu de rekening gepresenteerd van waar ze met het aantreden van koning Mohammed VI, nu toch al achttien jaar geleden, voortvarend aan hadden moeten beginnen: onderwijs, onderwijs, onderwijs, toekomstkansen voor de jeugd. Vergeet niet dat ongeveer de helft van de Marokkaanse bevolking jonger is dan dertig jaar!
Tot een paar jaar geleden woonde ik in Al Hoceima, en reed ik regelmatig in mijn rode peugeootje naar Rabat. Soms nam ik een lifter mee, een scholier die verderop naar school ging, een vrouw onderweg naar de markt, of een oudere man die niet heel lang op een bus wilde wachten. Op een dag reed er een jonge studente met mij mee, richting Taza. Ze vertelde dat ze daar geografie studeerde. Praktisch als ik ben, overhandigde ik haar de kaart van Marokko, en vroeg haar bij te houden waar we waren. Het bleek dat ze geen kaart kon lezen, ze had geen idee. Dat was een pijnlijk moment. Ik leerde later dat zij geen uitzondering was, maar dat bij heel veel studies het niveau van zowel de docenten als van de studenten bedroevend laag is. Dit is dus waar het moet beginnen.
De demonstranten in Al Hoceima hopen dat hun strijd wordt overgenomen in andere regio’s van Marokko, dat er een soort Arabische Lente 2.0. zal komen, maar dan eerder als Amazigh Lente, de Lente van de Berbers. Voor de autoriteiten is dat natuurlijk het worst-case scenario. Ik hou mijn hart vast.