In memoriam Mohamed Sayem

Ik ben slechts één van de velen die geschokt is door de plotselinge dood van Mohamed Sayem, in de nacht van 21 op 22 mei. Een tragisch auto-ongeluk op de weg van Saïdia naar Cap de l’Eau, in de regio van Berkane en Nador in het noord-oosten van Marokko, maakte veel te vroeg een einde aan zijn leven. Mohamed wilde uitwijken voor een overstekende hond, zo is het bericht, en verloor daarbij de macht over het stuur, zijn auto vloog over de kop. Vermoedelijk was Mohamed op slag dood.

Veel moslims zeggen: ‘Kull shi maktub’, ‘Alles staat geschreven’. Dat betekent dat je gelooft in voorbestemming, dus dat je gelooft dat je levenslot is vastgelegd door God. Veel gelovige christenen hebben overigens dezelfde levenshouding, ook zij geloven dat uiteindelijk alles in Gods handen is. Voor mij is dat geen uitgemaakte zaak. Want stel nu dat dit het lot was dat God voor Mohamed beslist had, dan zou ik tegen Hem willen zeggen: ‘Moest dit nu, had u dit noodlot niet kunnen voorkomen? Vond u niet, net als al zijn familieleden, vrienden en bekenden, dat Mohamed nog lang niet klaar was op deze wereld? Hij had nog zoveel plannen en ambities, en probeerde steeds het goede te doen.’

Mohamed was bezig zijn entree te maken in de lokale politiek. Hij werd daarbij gedreven door zijn ideaal: het verbeteren van het lot van de arme sloebers, de machtelozen in de harde samenleving die Marokko voor velen is. Hij werkte al jarenlang bij de Stichting Steun Re-migranten in Berkane, het bureau voor sociaaljuridische hulpverlening aan mensen die lang in Nederland hebben gewoond en gewerkt, en die, eenmaal teruggekeerd naar het noorden van Marokko, bijna allemaal moeizaam verlopende correspondentie voeren met de belastingdienst of problemen hebben met uitkeringsinstanties. Op het spreekuur van de SSR kwamen wekelijks honderden mensen aan wie Mohamed en zijn collega’s niet alleen een luisterend oor boden, maar vooral deskundige en efficiënte hulp. Mohamed en zijn collega’s voerden samen met advocaten in Nederland met succes strijd tegen het UWV en de Belastingdienst in Nederland. Diverse keren tot de Hoge Raad of tot Europese rechtsinstanties aan toe. Hij kwam op voor de belangen van de remigranten en maakte het daarbij de Nederlandse overheid niet altijd gemakkelijk.

Toen een jaar of vijf, zes geleden de subsidie voor het werk van de SSR stopgezet werd, was dat voor Mohamed en zijn collega’s een bittere pil. Hoezo, dit werk was toch belangrijk? Was het dan geen morele plicht van de Nederlandse overheid de voormalige gastarbeiders te hulp te schieten als ze de brieven van de belastingdienst niet begrepen, of wanneer die brieven onbezorgd bleven door verkeerde adressering? Of wanneer vrouwen en meisjes werden achtergelaten in Marokko, door kwaadwillende echtgenoten of vaders die hun paspoorten achterhielden? Mohamed besliste dat hij zich niet zou schikken in opheffing van de SSR. Hij koos er niet voor terug te keren naar Nederland en daar een WW-uitkering aan te vragen. Hij ging op eigen kracht door. Voortaan moesten de hulpvragers een eigen bijdrage betalen, als ze op het spreekuur van de SSR kwamen. De meeste collega’s moesten vertrekken, Mohamed zette de zaak voort samen met zijn echtgenote Fatima-Zohra. En ze overleefden – de vele teruggekeerde gastarbeiders van weleer konden Mohamed niet missen. Hij werd door hen op handen gedragen. Ik bewonder en respecteer hem zeer om deze beslissing, waarmee hij ruggengraat toonde en duidelijk maakte dat de beste beslissing niet altijd de gemakkelijkste is.

Mohamed en ik waren goed bevriend. In de jaren waarin ik in Al Hoceima woonde en werkte, van 2006 tot 2012, zagen we elkaar regelmatig. Hij kwam met een collega zo nu en dan naar Al Hoceima om daar spreekuur te houden, en dan gingen we een visje eten in de haven. We namen dan de wereld door, en de laatste roddels, onder het genot van een glaasje wijn of een biertje. Soms ging ik naar Berkane, niet zelden voor een reportage voor de Nederlandse radio waarin Mohamed een rol speelde als commentator of aanjager van een onderwerp. Na het werk was er dan meestal ’s avonds wel tijd om weer een visje eten, in Cap de l’Eau of in Saïdia.
Na mijn terugkeer naar Nederland, in 2012, was ik in 2014 nog een dag in Berkane, om Mohamed en mijn andere goede vriend daar, Najib el-Bachiri, te zien. We maakten een prachtige wandeling door Mohamed’s geboortestreek, Anout. Als ik nu naar de foto kijk van die dag, denk ik dat je geluk soms pas achteraf herkent – als het voorbij is. Op de foto is de moskee te zien waarnaast hij nu begraven ligt.

Mohamed Sayem

Of het nu lotsbestemming was of niet, Mohamed is niet meer onder ons. We zullen het moeten aanvaarden. Hopelijk zijn er mensen die zijn werk en activiteiten kunnen voortzetten. Ik wens Mohamed’s echtgenote, zijn kinderen, ouders en broers en zussen heel veel sterkte dit ongelooflijke verdriet te verwerken.

6 Comments

  1. Ik kan zeker begrijpen dat je geschokt bent door het plotseling overlijden van Mohamed.
    Jij ook gecondoleerd en nog veel succes met je reizen, hopelijk kunnen er nog een paar doorgaan.
    Hartelijke groet,
    Gerard van Huissteden.
    Hilversum.

  2. “We zullen het moeten aanvaarden”. Das waar Sietse. Alleen ik kan nog steeds soms niet geloven dat hij er niet meer is. Vaarwel lieve Mohamed!

  3. Groot verlies, te vroeg weggeplukt! De mooiste mensen gaan het eerst

    Rust zacht mijn dorpsgenoot. Moge Allah swt jou belonen met djanaat el feirdous

    Aan famillie en vrienden heel veel sterkte en kracht toegewenst.

    Allah irzaklikoum sbar,ameen

    Liefs “bent”aounout.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *